Ingrid en Harry naar Sardinie

13e dag

Het reisje met de trein gaat jammer genoeg niet plaatsvinden. De Sardijnse spoorwegen zijn op de route tussen Arbatax en Mandas noodzakelijke herstelmaatregelen aan het uitvoeren. Vandaar dat de reis op één dag niet mogelijk was. Om jullie toch een beetje een indruk te geven, bij deze een link naar een sfeer-impressie:

https://www.youtube.com/watch?v=yvEmtoo52nA

Oke, dat gezegd hebbende, nu over tot de dag van vandaag. Op aanraden van de receptioniste van het hotel, zijn we vandaag richting de hoogvlakte van Golgo gereden. Wederom haarspeldbochten en smalle weggetjes. Maar het was de rit de moeite waard. Op de hoogvlakte vind je nog voldoende sporen van het oorspronkelijke volk van Sardinie. Echt van een paar duizend jaar geleden. Het volk genaamd Nuraghe. Je vind hier oude grafkelders, tempels en wat zo'n volk toendertijd in elkaar kunstelde. Maar de hoogvlakte heeft nog meer te bieden. Hier loopt allerhande vee door de buurt te banjeren. Ezels, wilde varkens, koeien met grote bellen om hun hals (dierenmishandeling??) en hagedissen. En die laatste bij de vleet. Zelfs exotische larven kruipen hier in de rondte. Zowaar op het terras wilde er eentje de kroeg in kruipen. Wat ze hem daar konden bieden, kon de ober ons in het Italiaans niet vertellen. Maar zo'n grote kroegbezoeker had hij zelf nog niet gezien. We hebben de larve maar op een boom gezet.
In het Nationaal Park bevinden zich ook een aantal z.g. sisternen. Dit zijn kachelvormige pijpen die door uitholling van kalksteen zomaar in de grond vallen. (Yes, goed geraden. De sinkholes). De grootste is 295 mtr diep en heeft een diameter van 25 mtr. En ik kan jullie zeggen, het duurde wel een aantal seconden voordat we de steen op de bodem hoorden knallen. Harry moest uiteraard iets erin gooien. De ezels en koeien vonden dit klaarblijkelijk ook interessant, want ze kwamen ook maar eens kijken wat we daar uitspookten. Toen was het tijd voor een koel glas limonade. Daar kwamen we ook de larve tegen, maar dat verhaal kennen jullie al. Achter de bar lag een verscholen weggetje (??) naar wat bezienswaardigheden. Oke, glas leeg en bij 32 graden onder de volle zon op pad. En dan kom je een zelf geknutselde trap tegen (Nuraghe hadden het wellicht beter gedaan) van het parkbeheer. Met doodsverachting zijn we naar beneden geklauterd en konden daar het stenen aangezicht van Faccia Litica (gezicht van het stenen tijdperk) aanschouwen. Een beetje als Mount Rushmore (gezichten presidenten van Amerika) maar dan toch net even anders. Achter het stenen gezicht weer een sisterne. Harry, steen etc.
Na een mooie wandeling aldaar, langzamerhand weer teruggeklauterd en de weg naar de auto gevonden. Ingrid wilde onderweg nog even een varken voeren met Orio-koekjes.
Na dit hete en toch wel enerverende bezoek zijn we de berg weer afgereden (de bochten lijken bergafwaarts enger dan bergopwaarts) en weer teruggekeerd naar ons hotel. Omdat we toch nog een beetje tijd hadden, snel handdoekje gepakt en even naar het strand voor een lekkere afkoeling.
Omdat voor morgen een snikhete dag is aangekondigd, hebben we besloten morgen niets meer te ondernemen maar een plekje aan het strand te veroveren. We zullen onze laatste dag in ruste doorbrengen.

12e dag

Vandaag hebben we Orosei achter ons gelaten. Maar voordat we richting zuiden zijn gereden, hebben we eerst het natuurpark Bideorsa bezocht. Een groene oase met prachtig witte stranden. Het was een genot in dit park te mogen rondrijden. We hebben genoten van een paar uren flora en fauna op Sardinie. Rond 14:00 uur was het tijd de koffers op te halen en richting Santa Maria Navaresse te vertrekken. De eigenaar van de burcht heeft ons hartelijk tot ziens gewenst en zo gingen we op weg. Een relatief korte rit deze keer. Maar 78 km ver. Het plaatsje ligt slechts een baai verder dan Orosei. We zijn gisteren dicht in de buurt geweest. Maar via het water is het altijd korter dan via de bergweg welke wij hebben afgelegd.
Direct na Orosei hebben we maar snel een nieuwe vloer uitgezocht. Effe grapje. Hier zijn de grootste marmermijnen van Sardinie. Ze zagen enorme blokken zo uit de berg, prachtig om te zien. Toch maar even op de gevoelige plaat of chip vastgelegd.
Vanaf Dorgali waarlijk geen 100 meter rijden zonder bocht en dan vaak een haarspeldbocht. We klommen via de Passo Genna Silane (1017 mtr hoog) richting de kust. Onderweg hebben we regelmatig gestopt om te genieten van het fantastische uitzicht onderweg. En niet alleen van het uitzicht. Regelmatig kwam allerlei vee over de weg gewandeld. Zo hebben we koeien, geiten en varkens als medeweggebruikers mogen begroeten. Ons laatste verblijf is een mooi klein hotelletje aan de kust. We kunnen door de bomen de zee zien liggen. Het heeft niet de charme van de voorgaande verblijven, maar het is alleszins aan de maat en we zijn zeer content. De recpetie gaat voor ons nog uitzoeken of we de komende twee dagen nog een aparte treinreis kunnen maken door het achterland van Santa Maria Navaresse. Dit moet echt speciaal zijn. We kruisen onze vingers.
Na een kort verblijf in de haven hebben we ons opgefrist en gaan zodadelijk op zoek naar een leuk restaurantje.

11e dag

Zoals gisteren al vermeld zijn we vandaag op het water gaan doorbrengen. Na een vorstelijk ontbijt in het kasteeltje, zijn we richting haven gereden. Het was stralend weer met uitzicht op 30 graden. Heerlijk waterweer. In de haven aangekomen bleek dat we met 8 personen zouden uitvaren. De "schipper", Marco is zijn naam, een jonge man met een gebronsd gezicht was bezig een boot in gereedheid te brengen. Ons werd verzocht even in de schaduw plaats te nemen. Er zaten al drie oudere Italianen in de schaduw. Ook zij gingen mee op de vaart. Na ca. 20 minuten wachten, vertelde Marco dat we nog 3 personen op het strand moesten ophalen. En dus vertrokken we met ons schipje richting zee. Eerst een beetje beheerst maar nadien ging de voet op het gas. Nadat we de 3 overige mensen hadden opgehaald (ook 3 Italianen), werd de boeg gekeerd en ging het richting Cala Golonitze. Gelegen aan de overzijde van de baai van Orosei. Een afstand van ongeveer 20 km. En nu ging de voet door de plank. Marco perste werkelijk alles uit deHonda buitenboordmotor. Gelukkig was de zee kalm, al had een van de Itailanen een beetje een pips uiterlijk. De overtocht was werkelijk een belevenis op zich. Zo'n bootje spuit gewoon over het water en stijgt soms meters hoog met de boeg alvorens met een klap op het water terug te komen. Genieten van wind, zon en water.
De Cala Golonitze is onderdeel van een natuurgebied en boten mogen de kust niet naderen. Maar wat een plaatje daar. Het was te ver om naar de kust te zwemmen, maar uit het bootje zijn we gesprongen. Alleen al om te genieten van het kristalblauwe water. Je kijkt hier 25 mtr diep op de witte zandbodem. Ongelofelijk. We dachten dat Teuradda een plaatje was. Nou, dit laat alles verbleken wat we tot nu toe gezien hebben aan zee. Na ca. 15 minuten werd de tocht hervat richting Cala Luna. Een vergelijkbare baai, met het verschil dat we hier wel aan het strand mochten. Onderweg vertelde Marco honderduit over de grotten, baaien en stranden die we passeerden. Het meeste in het Italiaans uiteraard, maar hij nam ook de moeite daarna verkort in het Engels een en ander te herhalen. Cala Luna is een fijn kiezelstrand waar we een uurtje hebben verpoosd. Met zwemmen en zonnen was dit zo voorbij. En verder ging de reis. De indruk die deze kust maakte was overweldigend. De strakblauwe lucht en de warme zon maakte het compleet.
Om nu verder niet in superlatieven te verzanden verwijzen we naar de foto-gallerie. De dag eindigde zoals die begonnen was. In de haven van Orosei. We namen hartelijk afscheid van Marco en de overige Italianen en besloten nog iets te drinken.
Moe en bezweet arriveerden we in het hotel. We moesten ons weer gaan voorbereiden op een vertrek. Nu naar de laatste plaats, Santa Maria Navaresse. En weer moeten we een plek achterlaten waar we eigenlijk nog wat hadden willen blijven. Maar dat is de bedoeling van onze reis. Indrukken opdoen op verschillende plaatsen en ons steeds opnieuw laten verrassen en verbazen. Morgen gaan we voor ons vertrek nog een uitstapje maken. Maar daar vertellen we morgen meer over.

10e dag

Vandaag hebben de sprookjesachtige omgeving van Saltara achter ons moeten laten. Met weemoed in ons hart. Dit is een plek waar we ooit in ons leven nog eens terugkomen. Bij het afscheid schudde de eigenaar ons hartelijk de hand en bedankte zich voor ons verblijf. Gepakt en gezakt stuurden we ons gehuurde Fiatje weer de weg op. Genoeg benzine in de tank en Tommy geprogrammeerd op de volgende bestemming. Tot Olbia ging alles goed. Maar in Olbia aangekomen, bleek de Italiaanse rijkswaterstaat aan alle autowegen te werken. Op- en afritten afgesloten. Tommy riep iedere keer maar weer, links aanhouden, scherp naar rechts en wat niet meer. We raakten een beetje vertwijfeld en reden meer dan een keer een rondje. Na ongeveer 30 minuten hebben we gewoon een weg uit Olbia gekozen en hebben afgewacht wat Tommy daarvan vond. Gelukkig na een paar minuten wist hij weer waar we waren en stuurde ons snel de juiste kant op. Dat was de autosnelweg naar het zuiden. Een droom van een autosnelweg, maar met een vreemd iets. We hebben nog nooit in ons leven zo'n stille autosnelweg gezien. In de 70 km dat we hebben afgelegd, zijn we ca 100 auto's tegengekomen. Of iedereen is aan het werk of de Sardijn mijdt deze weg als de pest. Als we de overtredingen thuis krijgen weten we waarom.
Na 70 km werden we de autosnelweg afgestuurd richting Orosei. Het landschap werd groener en groener. Een lust voor het oog. De Middellandse zee werd ook weer zichtbaar. Onderweg nog aangehouden door de Carabinieri. Maar toen ik in het Engels vroeg wat er scheelde, werden we subiet weggestuurd. Waarom blijft gissen.
En dan komen we aan in Orosei. Een dorpje dat sinds 1400 bestaat. En dus ook een wegennet heeft wat in 1400 is begonnen. Weggetjes waar ons Fiatje maar net doorheen ging. Tegenliggers zijn hier uit den boze. Al met al een ervaring van jewelste. Alleen is parkeren een uitdaging. Gelukkig vonden we in de buurt van het hotel een geschikt plaatsje.
Het hotel is een geheel gerenoveerde oude verstevigde burcht. Alles kleine gangetjes, trapjes en hoekjes. Maar een lust voor het oog. We hadden de keus uit een burchtkamer of een kamer in een nabij gelegen huis. De keus was snel gemaakt. We kregen zowaar een suite. Oke, de adel was gearriveerd.
Na de vermoeiende rit in de hete zon, hebben we snel wat verkoeling gezocht bij de haven van Orosei met zijn strand van een paar kilometer lang. Met slechts een paar badgassten. Heerlijk.
Na dit verkwikkend strandbezoek besloten we morgen een boottocht te maken dwars over de baai van Orosei. Een tocht van bijna 20 km in een open rubberboot met megabuitenboord moter. Snel geresevereerd in de haven om te zorgen voor een plekje aan boord. Vertrek om 09:00 uur. Dus op tijd naar bedje en vroeg uit de veren. We hebben eerst nog een lunchpakketje in de supermarkt gehaald.
Dus morgen de woelige baren op.

9e dag

Vandaag is een rustdag. Het was 30 graden in het zonnetje en we hebben daarom geen activiteiten ondernomen.

Morgen hebben we de rit naar Orosei op de planning staan.

8e dag

Zoals gisteren al vermeld gaan we vandaag naar de eilanden van de Nationaal Park in het noorden van Sardinie. Het plan is vanuit de haven van Palau met de veerboot de oversteek naar la Maddalena te maken en tevens via de aangelegde dam een oversteek naar Caprere.


Maar eerst werden we in ons verblijf enorm verrast met een fantastisch ontbijt. Dit was een mooie start van de dag. Om 11:45 moesten we in Palau zijn voor de afvaart van de veerboot en op tijd waren we. In ca. 30 minuten stonden we in de kleine haven van la Maddalena. Een leuk klein dorpje met veel oorspronkelijke kenmerken. Vanuit de haven vetrokken we naar Caprere. Veel meer dan een grote begroeide rotsblok is het niet. Totaal onbewoond. We hebben het eiland dan snel verruild voor het mooie la Maddalena. We zijn de panoramische route over de kustweg gevolgd en hebben een indruk gekregen van de schoonheid van dit beschermde eiland. Tevens hebben we een van de mooie stranden bezocht. Het stadje kreeg nadien onze onverdeelde aandacht. We hebben geslenterd door de oude straten en onderweg wat gedronken op een van de vele terrassen. Om 15:45 verliet de veerboot het eiland weer en wij waren netjes aan boord.Om de dag een mooi einde te geven, hebben we ons plekje bij het strand van Cape Testa weer opgezocht en genoten van het uitzicht en de Aperol Spritz.


's Avonds zouden we het diner nuttigen in de agriturismo waar ver verblijven. En dat hebben we geweten. Wat een fantastisch maal kregen we daar opgediend. Speenvarken direct van het spit. Brood uit de houtoven. Heerlijke groente zo uit de tuin. Eigenlijk te veel om op te noemen.Na dit uitgebreide maal rest ons nog een ding. Het schrijven van dit verhaal en dan snel naar bed. O ja, zo net nog even een ongenode gast in de vorm van een hagedis buiten de deur gezet.

7e dag

Vandaag hebben we de reis naar Santa Teresa Gallura gemaakt. Een tocht van 3 uren langs de noordkust van Sardinie. De hemel prachtig blauw met een strak zonnetje en de wind in de rug is de reis zonder veel bijzonderheden verlopen. Af en toe snapte de TomTom de weg even niet of stuurde ons de verkeerde route op, maar al met al zijn we heel erg blij met dit navigatiesysteem. We kunnen met recht spreken dat we zonder dit hulpmiddeltje al vaak onze weg niet gevonden hadden. Maar dat even terzijde.

Ons volgende verblijf, genaamd Saltara, ligt in een groene oase. Via nogal wat obscure sluipweggetjes (soms zelfs onverhard) zijn we uiteindelijk gearriveerd. De TomTom kiest nu eenmaal de snelste of kortste route.

We hebben nu een soort van bungalow, een houten hutje in het bos. Een plaatje om te zien. Kijk ook maar in de foto-gallerie.

Na het afzetten van onze bagage, wilden toch nog even genieten van een rustmoment na deze autoreis. We zijn richting Capa Tessa gereden. Een klein schiereiland naast het stadje. Een smalle weg verbindt het schiereiland met Sardinie. Mooi strand gevonden en liggen maar. Echter geen mogelijkheid voor strandstoelen etc. Na een uurtje in de zand vonden we het wel goed geweest en wilden we terug naar onze agriturismo. Toch nog even aan de andere kant van de weg gekeken en dan WOOOW. Een superstrand aan de andere kant. Met strandstoelen, barretje (Aperol Spritz) enalles erop en eraan. Hier hebben we onze rustdag afgemaakt.

Morgen gaat de reis naar de eilanden voor de kust. Dit is een groot Nationaal Park. We gaan met de veerboot over. Wordt vervolgd.

6e dag

Vanmorgen met een stralend zonnetje opgestaan. Wat een fantastisch begin van de dag. Ontbijt genuttigd op het terras onder de olijfbomen. Geweldig. En dit is geen leedvermaak voor het feit dat het in Kerkrade slecht weer is.

Plan voor vandaag is richting Spaiggio da Pelosa. Een mooi stukje strand op het schiereiland in het noorden. Vol frisse moed en met de zon in de rug richting Stintino alwaar het strand zich bevindt. Onderweg geen tegenslag, opstoppingen, vreemde vogels of diens meer gezien en dus netjes op tijd in Stintino aangekomen. En wat tref je daar dan aan, zo rond 11:00 uur in de ochtend op een gewone donderdagmorgen. Een menselijke mierenhoop. Echt niet normaal, een stukje strand van 500 mtr lang en 50 mtr breed en dan op iedere vierkante meter tig lopende, liggende en staande mensen. En dat alles gelareerd met strandstoelen, parasols, koelboxen en allerlei andere zooi die de huidige mens denkt te moeten meenemen naar het strand. Zie in de fotoreeks dit tafereel. Dus niks voor ons. Shit, wat nu. Geen nood. Ingrid had een aantal kilometers van te voren een mooi strand gezien. Dus niet getreurd, maar omgedraaid en op weg.

Dit strand was van fijne witte kiezel en was erg rustig. Strandstoel gehuurd, parasolletje erbij en liggen maar. Zo hebben we de dag tot een uurtje of 4 wel goed doorgekregen.

Toen stond een bezoekje aan een van de grootste wijnhuizen van Europa op het programma. Iets ten noorden van Alghero ligt het wijnhuis Sella&Mosca. Zij hebben iedere dag om 17:30 open huis en geven dan een rondleiding in hun wijnkelders en het bedrijfsmuseum. Om 17:30 waren we dus netjes aanwezig. Maar dan ook net. Op de terugweg hebben we een over de weg kruipende slang gemist. De slang was klaarblijkelijk zo beduusd van het aanstormende Fiatje dat ze netjes op de weg bleef liggen totdat Ingrid haar had vereeuwigd op de foto.

En wat een prachtig wijnhuis troffen we aan. Sinds 1899 bezig met wijn en een van de beste van Europa. Een frele kleine Sardijnse dame leidde ons rond in de wijnkelders. Eerst de kelders waar de wijn in eiken vaten zijn smaak krijgt, dan waar de wijn rijpt, daarna waar de wijn gelagerd wordt op de fles en als laatste waar het water vandaan komt voor dit prachtige product. Ook het bezoek aan het bedrijfsmuseum was zeer interessant. Voor de wijnliefhebber een aanrader als je eens op Sardinie bent. Uiteraard hoorde het proeven van de wijnen erbij. We kozen voor de bekroonde Vermentino en voor de Cabernet. Twee topwijnen. We zullen hier beslist iets van mee naar huis nemen. De tip om ook Mirto te proeven hebben we ons ter harte genomen. Ook hiervan komt iets mee naar Nederland.

Na dit mooie bezoek vonden we het tijd worden ons verblijf in Alghero te gaan afronden met een laatste bezoekje aan de stadswal en een een daar gelegen restaurantje. Dit op aanraden van onze gastheer Marco.

Morgen wederom een lange reis van een uurtje of 3 naar het meest noordelijke puntje van Sardinie, Santa Teresa Gallura. We kijken nu al uit naar ons volgende verblijf op Sardinie.